Cursiva

Naamgeving    Algemene kenmerken    Diverse stijlen

Naamgeving

De term littera cursiva staat voor 'lopend schrift'. Lieftinck 1954 onderscheidt de gotische cursiva op grond van de volgende kenmerken: (1) de letter a is 'in één verdieping'; (2) de stokletters (b h k l) vertonen lussen of aanzetten daartoe, de lange s en (3) f gaan onder de schrijflijn.

          Alsoe sal v lijcht
   voir den menschen

In de kubus van Gumbert valt Lieftincks cursiva onder categorie C:

Als boekschrift wordt de cursiva gebruikt vanaf 1330-50. Voordien treffen wij in handschriften ook wel een klein, snel schrijfbaar schrifttype aan, dat voor aantekeningen en korte notities in de marges van boeken gebruikt werd (de zogenaamde littera notula). Behalve dit type schrift heeft ook het oorkondenschrift onmiskenbaar invloed gehad op de ontwikkeling van de gotische cursiva.

Algemene kenmerken

De cursiva is van oorsprong een verbonden schrift, dat met een spitse, meer drukgevoelige pen geschreven wordt. Hiermee was het mogelijk tegen de schrijfrichting in te schrijven, waardoor de letters niet meer afzonderlijk opgebouwd en neergeschreven hoefden te worden, zoals bij de textualis. De pen kon op het papier blijven. Aldus werden de 'luchtlijnen' meegeschreven, waardoor er lussen aan de stokletters verschenen.
De grotere schrijfsnelheid veroorzaakt de vereenvoudiging van enkele letters. De belangrijkste vereenvoudigingen zijn die van de a en g. Aanvankelijk wordt in de cursiva nog een a 'in twee verdiepingen' gebruikt; het bovenste deel kan een grote lus vormen. In bovenstaande kubus van Gumbert wordt deze cursiva aangeduid met de letter A (A-cursief).
Bij de eenvoudige vorm van de g is het onderste lusvormige gedeelte van de letter, zoals de textualis die laat zien, gereduceerd tot een haak; vaak wordt ook de luchtlijn vanaf de haak naar de dekstreep meegeschreven.

  (grote goet)      (gegeuen)      (segghet)

In de veertiende eeuw ontstaat de neiging de cursiva als boekschrift ook kalligrafisch uit te voeren. Het gebruik van een brede pen zorgt ervoor dat de letters uit afzonderlijke stroken worden opgebouwd; de letterdelen worden enigszins gebroken. De lussen moeten er apart aangezet worden. In de gekalligrafeerde boekcursiva zijn ook officiële rondboogverbindingen mogelijk.

Diverse stijlen


In het Frans-Bourgondische gebied ontwikkelde zich vanaf het eind van de veertiende eeuw een typische cursiva voor luxe boeken: de schachten van de f en lange s verbreden zich naar het midden toe en lopen naar onder spits toe; in de vijftiende eeuw kunnen deze letters ook schuin gaan staan. Dit schrift noemen we Frans-Bourgondische cursiva. Het heeft op de cursiva in de Zuidelijke Nederlanden enige invloed uitgeoefend. Bijgaand een tekstfragment uit een Frans handschrift dat stamt uit het derde kwart van de vijftiende eeuw:

   xure. Dit saint Jherome en vne epistre. Ou
   feu denfer dequi labouche sest gloutonnie. la flamme
   sest orgueil. les flamenches sont corrompues parolle
 

   bovenkant pagina